Griet Gerrits Jacobsz
Griet Gerrits Jacobsz ,
geb. te Blaricum; Koptienden Eerste: 1522-14,
ovl. te Blaricum; Koptienden Laatste: 1544-40,
, -
GRIET GERRIT JACOBS / GERRIT GERRITSZ
Blaricum Koptienden (1522-14 1544-40):
1522-14: v. Gerrit Jacobsz 3 Spt 4 cop
1524-13: op Jacob Willemsz op de Graft 5 cop
1524-14: op Ebbe die Jonge 4 cop
- op Peter Jansz 3 cop
- op Ghijse Jansz 5 cop
1524-15: op Jacob Willemsz Reijne knechtge 1 Spt
1524-13: Situatie: 0 Spt 3 cop
1525-12 t/m 1534-33: geen koptienden vermeld
1537-27: 3 cop: dese teinde is onbetalt van jaaer aff 1525
1538-28: geen Koptienden vermeld
1541-26 t/m 1544-40: GERRIT Gerritsz; geen Koptienden.- Vader:
Gerrit Jacobsz , zn. van Jacob ,
geb. te Blaricum; Koptienden Eerste: 1502-07,
ovl. te Blaricum; Koptienden Laatste: 1597-49,
, -
GERIT / GHERIT JACOPSZ / JAECKSZ
Blaricum Koptienden ( 1502-07 1597-49):
1502-07: Situatie: 6 Spt 2 cop
- Verkregen van onbekende 1 Spt 4 cop
t/m 1506-59: Situatie: 7 Spt 6 cop
1507-08: op Lambert Willemsz 1 Spt 4 cop
1507-07 t/m 1513-49: Situatie: 6 Spt 2 cop
- Verkregen van onbekende 1 Spt 4 cop
- Situatie: 7 Spt 6 cop
1519-13: op Gosen Ghijsbertsz 6 cop
1519-12 t/m 1521-20: Situatie: 7 Spt
1522-14: op Griet Gerrit Jacobsz 3 Spt 4 cop
1522-15: op Jacob Petersz 5 cop
- op Ghijsse Jansz 5 cop
1522-14: Situatie: 2 Spt 2 cop
- Afgezet op onbekende 1 Spt 6 cop
1524-13 t/m 1526-14: Situatie: 4 cop
1528-13 t/m 1534-33: geen Koptienden vermeld
1537-27: 4 cop: dese teinde is onbetalt van jaaer aff 1527
1538-28: geen Koptienden vermeld
1544-26 t/m 1546-23: Situatie: 1 Spt
1548-22: is gesluijt en voorts betaelt 't jaer reeks jaren
1549-27: Sluij de ano 1541 t/m 1548
1590-53: Sluij de anno 1544 tot nog toe
1593-53
- Jan Henricksz wonende tot Blarecum es possesseur van 't land en is gelegen op 't Naerder Hooch naest aen Blommen lant en wordt genaempt Gerri Jacobsz Camp en is eertijds bewaet geweest.
- Beth bij Jan Henricxsz: 6 cop
- Beth. bij Jan Jansz 2 cop
1596-49: Situatie: 1 Spt
- op Jan Henricxs 6 cop
- Situatie: 2 cop
- beth. bij Gerrit Jan Rutgersz
1597-49: op Meus Jansz 2 cop.